Voor de tweede keer dit jaar doe ik mee
aan een Ik Pas-actie. Dit houdt in dat ik een aantal dagen geen alcohol drink.
De eerste periode was in januari en duurde dertig dagen. Dat was geen probleem.
Deze periode is eind februari van start gegaan en duurt veertig dagen. Ik wist
toen nog niet dat ik moest gaan passen voor veel meer dingen dan alleen de
alcohol. In deze tijd van coronacrisis moeten we allemaal passen voor heel veel
dingen. De alcohol laten staan gaat me prima af. Met de huidige crisis denk ik
daar amper aan. Verder is het leven vreemd geworden, maar dat geldt voor ons
allemaal. Ik heb mezelf een bijna volledige quarantaine opgelegd. Buiten ons
gezin zie ik bijna nooit iemand meer. Heel sporadisch, op veilige afstand, een
praatje buiten. Als MS-patiënt behoor ik tot een risicogroep. Ook mijn medicijnen
hebben geen goede invloed op de weerstand. Hiervoor moest ik vorige week
vrijdag bloed laten prikken. De ondergrens voor de lymfocyten is voor een
Gilenya-gebruiker 0,5. Wanneer je daar onder komt moet je de medicijnen
minderen, waardoor je dus weer meer kans hebt op een terugval in de MS.
Gelukkig was dit nu niet het geval, over vier weken weer prikken.
Hoewel ik wel gewend ben aan
onzekerheden in mijn bestaan vind ik dit wel een lastige periode. Ik betrap me
erop dat ik een soort kansberekening maak. Ja, ik hoor door mijn chronische
ziekte bij een kwetsbare groep, nee dat ben ik niet, nee daar heb ik geen last
van en nee dat heb ik ook niet. Alsof dat enige geruststelling biedt. Je kunt
natuurlijk ook gewoon pech hebben.
Het geeft maar weer eens aan hoe
kwetsbaar we allemaal zijn. Als chronisch zieke ben je je daar misschien wat
sneller van bewust. Het lijf is toch al niet te vertrouwen. Geen idee hoe mijn
lijf reageert op een virusinfectie als corona. Graag wil ik denken dat het
sterk is, weerbaar. Maar ik weet het niet. Deze tijd maar zoveel mogelijk uit
de buurt blijven van andere mensen dus. Dat zorgt voor een vervreemdende
situatie.
Tijdens een wandelingetje door de buurt
steek ik de straat over wanneer ik iemand dreig tegen te komen op de stoep. Ook
als ik een stukje fiets ga ik mensen uit de weg.
Verder zijn alle dagen een beetje
gelijk. Nog steeds een pijnlijke schouder. Ik begin mijn dag dan ook maar braaf
met mijn oefeningen. Verder alvast een aantal stappen op zolder heen en weer.
Gek? Ja, dat zeker maar dan weet ik tenminste dat ik het haal. Zo kan ik
stoppen wanneer het been het opgeeft en het is goedkoper dan een loopband. In
de loop van de dag doe ik dat nog een paar keer en ik loop ook een paar korte
stukjes door de wijk. Mijn doel per dag is toch minstens 10.000 stappen. Mijn
fysiotherapie kan natuurlijk ook niet doorgaan. Wel heb ik laatst via
beeldbellen een aantal oefeningen doorgenomen met mijn fysio. Die oefeningen doe
ik keurig op de vaste tijdstippen. Een beetje structuur is niet verkeerd.
Normaal gesproken ging ik de laatste tijd drie keer in de week naar de
sportschool, vier keer in de week naar het zwembad en had ik twee keer
fysiotherapie. Best veel, maar het lijf vraagt onderhoud en daar kan je best
druk mee zijn.
Zo goed en zo kwaad als het gaat probeer
ik zelf nog enigszins in beweging te blijven. De aquasporten gaan wat lastig.
Laatst dacht ik: water…. beweging… ramen lappen. Nou zorgen onze kattensnuitjes
er wel voor dat ramen lappen vaak geen overbodige luxe is, maar dat geeft toch
niet echt het gevoel van aquasport.
We zijn net terug van een stukje
fietsen. Onderweg zie je dat het voorjaar bijna uit zijn voegen barst. De
magnolia met roze en witte bloemen, forsythia prachtig geel, hier en daar al
wat bosanemoontjes. Het frisse groen van jonge blaadjes. Het is alsof het
zeggen wil, houd moed het komt goed!