Zondag is er een nieuw wereldrecord gelopen op de 15
kilometer. De winnaar liep zo’n beetje 22 kilometer per uur. Niet normaal! Op
mijn fiets met trapondersteuning moet ik op standje turbo al behoorlijk
doortrappen om dat tempo te halen. Om 22 kilometer per uur te kunnen lopen
staat nog niet op mijn verlanglijstje, maar ik hoop toch nog wel even te kunnen
blijven lopen. Dan hebben we het gewoon over functioneel lopen. Hardlopen,
joggen of zelfs wandelen laat ik maar even buiten beschouwing. Zelfs wandelen
ja, wandelen klinkt nog als iets gezelligs. Iets dat je onbeperkt kunt doen.
Mijn actieradius is tegenwoordig niet zo groot meer. Al vrij snel is lopen niet
leuk meer, maar een bezigheid waarbij mijn hersens hun stinkende best doen om
de ledematen tot lopen aan te sturen. Toch wil het soms nog wel beter gaan.
Waar we laatst maar een rolstoel geleend hadden om de dag door te komen, heb ik
pas een dagje Utrecht gedaan. Best een vermoeiende dag, op en neer met de
trein, maar ik had aan het einde van de dag toch zowaar ruim 8000 stappen
gedaan. Ik weet niet in hoeverre dit trainbaar is, of dat ik gewoon gelaten
moet afwachten hoe het gaat, maar omdat ik toch geneigd ben om het eerste te
geloven heb ik maandag maar weer eens gebruik gemaakt van de loopband. Ik was
overigens niet zo’n fan van de loopband, maar als ik wil blijven oefenen met
lopen is het toch wel handig. Een probleem met gewoon lopen is namelijk dat je
altijd ergens naar toe loopt, maar dat je de terugweg ook nog moet halen.
Aangezien ik niet weet hoe groot mijn bereik is van de dag, is de loopband toch
wel handig. Dan kan je gewoon ophouden en denken: “Zo, eerst maar eens koffie!”
In een kwartier tijd had ik ongeveer 800 meter afgelegd. Ik heb even overwogen
om dit als trots bericht op Facebook te zetten, maar heb dit toch maar niet
gedaan. Het staat zo sneu tussen al die berichten van mensen met hun eindresultaat
op de Zevenheuvelenloop.
Toch was ik best wel trots op mezelf. Ik had eerst mijn vaste
rondje langs de apparaten gedaan, toen het kwartiertje loopband en daarna nog
een half uur oefeningen met de fysiotherapie. Ging allemaal behoorlijk goed.
Langzamerhand herneemt het leven zich in een vast patroon.
Geen werk, geen studie en vooral ook geen verplichtingen meer rondom
re-integratie. Best prima, wat moet ik vandaag? O niks, wat per se moet. Wel
heb ik elke dag wat te doen. Sportschool, fysiotherapie of zwembad horen in
ieder geval bij mijn doordeweekse dagen. Soms in het weekend ook nog. Misschien
helpt het, houvast.
Soms voelt het wel leeg en doelloos, maar ik voel ook dat ik
tot rust kom. Ik weet niet of er nog een groter plan komt, of dat dit het is.
We zien het wel. Tot zover heb ik ook al wel minstens zeven heuvels getrotseerd
en misschien komen er nog wel meer.