Vandaag deel één volbracht van iets wat waarschijnlijk een hopeloze
missie is. De MRI-scan is achter de rug. Vanochtend om 9.00 u moest ik aanwezig
zijn. Volgende week donderdag gaan we voor deel twee. De uitslag, tsja wat zal
dat opleveren? Kom ik daar dan wat verder mee, ik weet het niet. Laat ik maar
met het goede nieuws beginnen: ik ging op mijn nieuwe fiets. De fiets. Met
verschillende standen variërend van eco naar turbo. Dus…. dat is me wat.
In het ziekenhuis aangekomen werd er eerst een röntgenfoto gemaakt van
mijn hoofd en nek. Daarna kon ik weer plaatsnemen in de wachtkamer totdat ik
gehaald werd voor de MRI. Of ik bekend was met de gang van zaken tijdens een
MRI. Ik schat dat dit ongeveer de zesde keer is dat ik in het MRI-apparaat lig.
Dus ja, ik weet wat ik kan verwachten. Plaatsnemen op de tafel, bank of hoe
moet je het noemen. De la? Een kussentje
bij je onderbenen. Voor de contrastvloeistof die ik ongeveer halverwege zal
krijgen wordt een infuusnaaldje aangebracht. “Gaat het zo? Niet pijnlijk?”,
aardige jongen die laborant. Ik mag kiezen welke radiozender er op de
koptelefoon komt. Koptelefoon op en dan komt er een kap over mijn hoofd. Wel
met openingen hoor. En, heel fijn, een spiegeltje. Dat vind ik echt het toppunt
van humor. Dan kan je de tunnel uit kijken. Het grappige is dat je dan alleen
maar uitzicht hebt op je knieën en je schoenen. De kap en de tunnel zien er een
beetje science-fictionachtig uit. Het doet me een beetje denken aan de film
Avatar. Voorbereidingen klaar en ik
wordt de tunnel in geschoven. De radio
gaat aan op mijn koptelefoon. Al snel wordt NPO2 overstemd door het gedreun en
getril van het MRI-apparaat. Verschillende series met verschillende klanken.
Ondertussen bedenk ik dat ik stil moet blijven liggen. Dat het eigenlijk een
luxe is dat het ergste waar ik me op dat moment zorgen over hoef te maken, is
dat ik niet ergens jeuk krijg. Wat trouwens best een probleem zou kunnen vormen
als je niet mag bewegen. Dat ik in ieder geval mijn mond niet ver open hoef te
sperren zoals afgelopen woensdag toen ik bij de tandarts werd behandeld. Dat ze
best voor een leuker uitzicht kunnen zorgen via dat spiegeltje. Wat zouden ze
in de ruimte hiernaast allemaal kunnen zien op het scherm? Dat ik kramp in mijn
handen krijg. Dat het lastig is om te ontspannen. Dat ik niet veel meekrijg van
mijn radiozender. Dat het best een raar gezicht is om je knieën en schoenen zo
te zien. Dat het eigenlijk heel knap is
dat ik hier zo rustig lig. Af en toe verschuift mijn la een beetje. Stukje
verder, stukje terug? Ik weet het niet eens. Duurt wel lang, best wel. Telkens
een kakofonie van geluid, dan weer even stil. Het gezoem van het apparaat
tussen de series. De laborant komt uit de andere ruimte naar me toe. Ik kan hem
zien in het spiegeltje. “Gaat het nog? Je krijgt nu de contrastvloeistof. Dan
duurt het nog ongeveer 20 minuutjes.” Daar gaan we weer. Van het liggen in één
houding zijn mijn handen een beetje aan het verkrampen. Ze tintelen. Maar ach,
dat is een bekend gevoel. In mijn ene arm het infuusnaaldje met slangetje, mijn
andere hand dicht bij het belletje. Hiermee kan ik aangeven als er iets niet
meer gaat. Hoe dan ook, moeilijk om ontspannen te blijven liggen. Maar aan
alles komt een eind, echt waar. Eindelijk, eindelijk word ik weer uit de tunnel
geschoven. Al met al duurde het wel een uur. Best fijn om dan het ziekenhuis
weer uit te lopen. Buiten schijnt de zon. Ik adem nog maar eens diep in. Dan op
mijn nieuwe fiets, standje turbo weer naar huis!
0 reacties:
Een reactie posten