Ja hoor, daar heb je haar weer met d’r MS. Alsof er niets
anders meer bestaat dan MS. Soms kun je er zo genoeg van hebben. Dat eeuwige
gezeur erover. Ik snap het hoor, eindeloos geëmmer. Er is toch nog wel meer in
het leven? Dat is ook zo, ik heb best een rijk gevuld leven. Maar toch dringt
MS overal tussendoor. Ik ben er zelf ook
wel eens klaar mee. Tot hier en niet verder, klaar. Maar ja, zo werkt dat
helaas niet.
Wat betekent dat dan voor mij? Wat onwillige spieren bij het
opstaan. Ik hoef geen wekker meer te zetten, sta op wanneer ik wil. Dat is dan
wel weer fijn. Soms een wankel evenwicht en ik kan niet meer op één been staan.
Soms rechts eventjes, links bijna niet. Dat is best lastig, zeker bij het
aankleden of uitkleden. Maar we blijven oefenen. Bij de fysiotherapie doe ik
veel oefeningen voor coördinatie, evenwicht en balans. De laatste tijd gaat het
redelijk goed. Er lijkt een lichte verbetering te zijn vergeleken met afgelopen
zomer. Verder lachen we er maar om. Het voetenbad op het schoteltje bij de
koffie. Dat is dus ook geen doen, lopen met een kopje koffie op een schotel.
Ja, het schoteltje in de ene hand en het kopje in de andere, maar dat is
valsspelen. Maar goed dat ik niet meer mee hoef te doen met een aardappelrace
tijdens de schoolspelen of zo. Zo zie je maar, het zit ook wel eens mee.
Als ik een tijdje heb gezeten is snel lopen ook wat lastig.
We waren afgelopen weekend op bezoek en toen we weer weggingen regende het
hard. Zaak om zo snel mogelijk van huis naar auto te lopen dus. Dat kan ik dan
niet, dat stomme been gaat niet zo snel mee. Bovendien is het donker, is de
grond niet gelijk en glimt alles van de natte stenen en het licht dat erop
schijnt. Toch doe ik mijn best om snel te lopen, iemand loopt langzaam met me
mee. Dankbaarheid om de zorgzaamheid en ergernis om mijn stomme been en de
stomme MS strijden hun stille strijd. In de auto roffelt de regen op het dak.
De regen maakt lange strepen in het licht op de voorruit.
Regen, ja regen, want na de lange droogte regent het de
laatste tijd weer eens. Hoewel het echt nodig schijnt te zijn voor de natuur,
verveelt het snel. Zelf kan ik er ook niet zo goed tegen, die donkere sombere
dagen. Het maakt het leven soms zo triestig. Nou ja, met kaarsen aan en de
lichtjes van de kerstboom is het te doen.
Toch ben ik op dit soort dagen vaker bezig met de gedachte aan de zin
van het bestaan. Vraag ik me af wat eigenlijk het nut van alles is. Even dan,
daar moet je niet te veel over nadenken. Leven moet je gewoon doen en als je
blijft ademhalen gaat dat vanzelf.
Laatst zei iemand nog: “Jij lacht eigenlijk altijd. Je gaat overal zo
positief mee om!” Gelukkig maar, dat ik in ieder geval zo overkom. Als je
bedenkt dat er toen ik een klein meisje was altijd tegen me werd gezegd dat ik
niet zo ‘duuster moest kiek’n’ is dat eigenlijk wel een hele prestatie.
Heb ik toch nog wat opgestoken van mijn omgeving: “Ie kunt er beter
moar umme lach’n, dan umme huul’n, want a’j lacht dut ut oe ok gin zeer!