“Hoe komt het dat het je zo raakt?” Zomaar een herinnering. Tranen
rollen over mijn wangen. Ik ben bij de psycholoog, aan het begin van het
traject van niet meer werken richting afkeuring. Ik weet het wel, ze vraagt
naar de kinderen. Als het om kinderen gaat ben ik een dweil. Emoties komen dan al snel. Ik breek, alle
sluizen open. Nou zegt dat niet zoveel, want dat had ik bijvoorbeeld vroeger
ook al met het schoolfeest van de kinderen. Als de kinderen hand in hand aan
kwamen lopen en zich met die lange slinger om de vlaggenmast groepeerden en we
het Wilhelmus moesten zingen. Nog erger, ik beken: als de kinderen die moesten
afzwemmen hand in hand aan kwamen lopen op de klanken van kabouter Plop. Echt
waar, kabouter Plop!
Maar goed, dit keer ging het over iets serieuzers en was er echt
verdriet. Het lijkt al zo lang geleden, dat begin van mijn proces richting
keuring. Is het ook trouwens, want daar gaat lange tijd overheen. Heel wat
gesprekken gevoerd, uitzichtsloze meedraaidagen gehad hier en daar.
Uiteindelijk kwam men tot de conclusie dat het niet beter werd met de MS. Goh,
wat een ontdekking. Vanaf juli vorig jaar ben ik volledig en definitief
afgekeurd. Om te werken dan, gelukkig mag ik er verder nog wel zijn.
Of ik dat al een plek heb kunnen geven. Mwah, niet eigenlijk. Of ik me
niet verveel en wat ik dan zoal doe de héle dag. Niet zoveel eigenlijk. Tot
dusverre heb ik niet echt de energie en de ideeën om nog wat op te pakken. In
de periode richting afkeuring heb ik wel een opleiding Kindercoach kunnen
volgen, maar ik heb geen concrete plannen om hier wat mee te gaan doen. De
dagen verglijden in een traag en meestal voorspelbaar ritme. Ik weet ook niet
of het echt anders moet. Dat hele re-integratietraject is niet echt
bevorderlijk geweest voor mijn zelfvertrouwen. Bang voor nieuwe
teleurstellingen misschien. Bovendien ben ik natuurlijk niet voor niks
afgekeurd. Alle eenvoudige dagelijkse handelingen kosten me nou eenmaal meer
tijd. Ik hoef me ook nergens meer voor te haasten, dus kan ik die tijd ook
nemen.
Afgelopen weken was ik wat minder fit. Gelukkig lijkt dat nu weer
verleden tijd te zijn en krabbel ik weer wat op. Maar echte ambities heb ik nog
niet. Dat lijkt nu nog vrij luxe, om die te hebben. Als je ’s ochtends je ene
sok aandoet en er dan tegenop ziet om je andere been op te moeten tillen voor
de andere sok vergaat je het gevoel van ambitie wel. Maar goed, niet zeiken,
het gaat weer stukken beter.
Deze week heb ik voorzichtig mijn sportritme weer een beetje opgepakt
en volgende week doe ik dat weer als vanouds. Dat voelt al weer heel wat beter,
maar verder weet ik het nog niet. Is het genoeg om mijn dagen zo te vullen? Ben
ik er tevreden mee? Lastig hoor, een nieuw evenwicht zien te vinden.
Soms heb ik voorzichtig nieuwe ideeën. Misschien nog weer een
opleiding, of me ergens een aantal uurtjes voor inzetten. Maar nu nog niet, of
misschien toch wel niet, nooit. Soms voelt het prima zoals het is, soms voelt
het saai, leeg en doelloos.
Voorlopig nog maar even pauze.