Nou daar gaan we weer. Voor
de derde keer een methyl prednisolonkuur. Als je bedenkt dat ik nu bijna tien
jaar MS heb, valt dat nog wel mee. Vanmiddag
voor de eerste keer naar het ziekenhuis. Ik krijg dan een infuus met methylprednisolon.
Dat loopt in ongeveer een uur in, geloof ik.
Ik moet dan naar de dagbehandeling en zal er wel een paar uurtjes mee
zoet zijn. Ik weet nu al dat ik de rest van de dag moe ben én loop te
stuiteren. Ik krijg een metaalachtige smaak in mijn mond en het hypergevoel
alsof je veel te veel koffie hebt gedronken. Dan moet ik zondag weer en dinsdag
ook nog. En dan maar hopen dat het helpt. De laatste keer dat ik zo’n kuur heb
gehad was eind 2011. Destijds hielp het geweldig. Wel had ik toen in een
kortere tijd veel extremere klachten. Nu gaat het al een half jaar niet
helemaal lekker. Dat is ook de reden geweest om over te stappen van Copaxone
naar Gilenya. Maar het blijft een beetje klungelen. Nou ja, afwachten maar weer
wat het gaat doen. Verder krijg ik nog een afspraak bij de revalidatiearts voor
een screening. Dit is een aantal jaar geleden ook gebeurd. De testresultaten
kunnen dan naast elkaar gelegd worden.
Daar zullen wel adviezen en mogelijk wat doorverwijzingen uit
voortvloeien.
Ondertussen heb ik ernstig de
behoefte om nu maar weer eens gewoon te doen. Dat alles weer gewoon saai en
voorspelbaar wordt. Elke week dezelfde vaste dingen doen. Op woensdag mijn
loopgroepje op maandag en vrijdag naar de sportschool, zondag een duurloopje
met mijn vriendin. Op dinsdag en donderdag werken. Nou ja, dat is nog wel
steeds een vast gegeven gelukkig. Alleen komende week niet. Dan moet ik rustig
aan doen.
Het zou zo leuk zijn als het
helpt. Of desnoods een beetje. Maar als het niet helpt weet ik in ieder geval
waar ik aan toe ben. Dan is het wat het is en moet ik het ermee doen. Mijn nieuwe zelf uitvinden. Dat gaat dan ook
wel lukken, natuurlijk. Het zal niet in één keer gaan. Het helpt om te denken
dat het een proces is waar je inzit. Soms zit het mee en soms zit het tegen.
De komende dagen dus alles volop
anders. De belevenissen in een ziekenhuis. Niks gewoon, of saai.
Maar goed, er gebeurt wat.
Misschien dat het alles wat minder zwaar maakt. Mijn benen vooral, is zo handig
als je die vanzelf optilt als je vooruit wilt. Dat je niet wankelt als je
opstaat uit je bed. Dat je blijft staan op één been als je je aankleedt. Dat je
niet knoeit als je loopt me twee kopjes koffie. Een eind kan wandelen, een
stukje kan hardlopen. Toch is het geen ramp als het niet zo zal zijn. Je moet
niet blijven treuren om de dingen die niet meer gaan, denken in mogelijkheden.
Wat kan er nog wel? En hé, dat is best heel veel!
0 reacties:
Een reactie posten